Opmerkelijk nieuws uit het Franse Tignes: het contract met Compagnie des Alpes, de huidige exploitant, wordt niet verlengd. Het gemeentebestuur kondigt aan dat een nieuw, lokaal overheidsbedrijf in mei 2026 de fakkel overneemt. Wat betekent dit voor ons als wintersporters? En waarom deze beslissing?
Wat vooraf ging
Eind jaren '80 krijgt het net opgerichte Compagnie des Alpes (CDA) de uitbatingsrechten van het skigebied van Tignes in handen. Het 35-jaar durende contract moet zekerheid en continuïteit bieden in een periode waarin Tignes op de rand van het faillissem*nt stond. In die 35 jaar heeft CDA haar liftpark sterk gemoderniseerd, alsook een grote investering gedaan met de bouw van het ondergrondse treintje naar de gletsjer. “In de laatste 10 jaar hebben wij, inclusief de verloren seizoenen tijdens COVID-19, bijna 140 miljoen euro geïnvesteerd in Tignes. Het aantal skidagen is in diezelfde periode met 8% toegenomen tot 1,74 miljoen afgelopen seizoen”, zo stelt CDA.
In een uitgebreide informatiesessie maakt de burgemeester van Tignes duidelijk dat men absoluut niet ontevreden is over de samenwerking met Compagnie des Alpes. Maar toch wordt het contract van deze exploitatie niet verlengd. Op 31 mei 2026 zal een nieuw, lokaal overheidsbedrijf, de liftinfrastructuur van Tignes overnemen en deze samenvoegen met de pistedienst. Die laatste heeft opmerkelijk genoeg altijd apart, onder de vlag van de gemeente, geopereerd en stond los van de CDA.
Waarom geen verlenging?
De opinie leeft dat de gletsjer de laatste 5 à 10 jaar geen prioriteit meer heeft gehad voor de CDA, ondermeer door het weghalen van liften. Ook wordt de beursgenoteerde CDA vaak afgeschilderd als een graaipartij die enkel zijn aandeelhouders wilt paaien, maar dit is absoluut niet de reden dat het gemeentebestuur het bestaande contract niet verlengt. De werkelijke reden is simpel: het mag juridisch simpelweg niet. Het huidige contract moet na beëindiging opnieuw publiek worden gegund. Dit houdt in dat er een openbare aanbesteding moet komen en er een nieuw eisenpakket moet worden opgesteld.
Een groot nadeel van zo’n openbare aanbesteding is de kolossale administratieve last en doorlooptijd die dit met zich meebrengt, om nog maar niet te spreken over de “verloren” partij die na de gunning een juridisch steekspel kan starten. Daarnaast huivert de gemeente om haar skidomein uit handen te geven aan een buitenlandse partij zoals het Amerikaanse Vail Resorts. Deze angst is niet onterecht, getuige de gemengde reacties bij hun recente overname van het Zwitserse Crans-Montana.
Maar misschien nog wel de meest objectieve reden is dat het met de huidige klimatologische veranderingen zeer moeilijk is om een eisenpakket te definiëren voor de uitbating van een skigebied voor 35 jaar. “De gevolgen van klimaatverandering op 10 jaar kunnen we nog overzien, maar op langere termijn is dit onmogelijk te objectiveren. En wat zal er na 10 jaar overblijven van onze tanende gletsjer?”, zo stelt de burgemeester. Als de gemeente toch voor een openbare aanbesteding had gekozen en één van de bestekseisen kon niet meer worden gerealiseerd, door bijvoorbeeld klimatologische oorzaken, dan staat het elke betrokken partij in de oorspronkelijke aanbesteding vrij om een juridisch geschil te starten en moet het contract hoe dan ook herzien worden.
Een gemotiveerde keuze voor een nieuwe toekomst
Het niet kiezen voor een openbare aanbesteding leidde de gemeente naar een nieuwe, lokale overheidsvennootschap - een société publique locale (SPL). Een rechtsvorm waarbij enkel overheidsinstanties aandeelhouder kunnen zijn, zoals steden, gemeentes en departementen. Ze zijn specifiek ontwikkeld voor het uitbaten van bijvoorbeeld zwembaden of skigebieden. Interessant hierbij is dat die aandeelhoudende overheid in wezen een contract kan toewijzen aan zichzelf, zonder aanbesteding. Het contract kan dus herzien worden zonder administratieve rompslomp. Dit lijkt dus uitermate interessant voor de positie waarin Tignes zich in 2026 zal bevinden.
Tignes richt deze onderneming niet alleen op, men doet dit samen met het naburige Sainte Foy. Dankzij deze lokale verankering vloeit 100% van de inkomsten terug naar de regio. “Wij als lokale gemeenschap stellen onze rijkdommen, zoals grond en water, ter beschikking voor onze gasten. Dan horen de inkomsten hieruit ook bij ons”, zo werd gesteld tijdens de presentatie. Tussen de regels door is dit een steek richting de CDA die jaarlijks een dividend uitkeert naar zijn aandeelhouders. Voor het piepkleine, maar mooie Sainte-Foy is het bondgenootschap met een mastodont als Tignes vooral een sterke garantie op voortbestaan.
Nieuwe bazen, nieuwe doelstellingen
Een primair doel in het gepresenteerde toekomstplan is om weer meer te gaan inzetten op voor- en naseizoenwintersport, bijvoorbeeld voor (jeugd)-skiteams. In het verlengde hiervan wordt vierseizoenstoerisme een topprioriteit. Tignes kent al een noemenswaardig zomeraanbod, ondermeer dankzij het grote meer, maar men wil dus dit oprekken naar de tussenseizoenen.
Dit houdt in dat het liftpark niet louter wordt ingezet voor de wintersport, maar als “mobiliteit voor iedereen”. In de toekomst zullen meer liften toegelaten worden voor bijvoorbeeld wandelaars, al dan niet in de winter met bijvoorbeeld sneeuwschoenen. Verder staat voor de gemeenten in steen gebeiteld dat de skipasprijzen “betaalbaar” moeten blijven. Een democratisering van deze prijzen moet wintersport toegankelijker maken voor een bredere laag van de bevolking, in het bijzonder voor jongeren.
Aan deze ambities hangt een stevig prijskaartje van investeringen. In de eerste 5 jaar wilt men maar liefst 165 miljoen euro investeren. Met dit budget wil men enkele nog niet vernieuwde liften aanpakken, alsook de kunstsneeuwinstallaties moderniseren en uitbreiden. Met nieuwe, efficiëntere machines zou het te besneeuwen oppervlak kunnen uitgebreid worden zonder hierbij meer water of energie te gebruiken. Inzetten op duurzaamheid staat bovenaan als prioriteit. In zijn totaliteit is het voorziene investeringsbudget een slordige 410 miljoen euro op 30 jaar.
En Val d’Isère?
Tijdens de informatiesessie, die bijna drie uur duurde, was er ook ruimte voor een vraag- en antwoordsessie. Enkele terechte vragen kwamen van de huidige medewerkers, zowel van de liftmaatschappij als de pistedienst. Wat gebeurt er met hun huisvesting, de lonen en voordelen in natura? In welke organisatiestructuur zullen ze zich op 1 juni 2026 bevinden? Het panel verzekerde uitdrukkelijk dat alle 300 personeelsleden worden overgenomen, met behoud van hun verloningspakket.
Een open deur die werd ingetrapt is het bestaande verbond met buurman Val d’Isère dat ook wordt uitgebaat door de CDA. Nu vormen Val d’Isère en Tignes een magnifiek skipasverbond; zullen we in 2026 nog met eenzelfde pas kunnen skiën? Ondanks dat er geen zwart-op-witte garanties werden gegeven lijkt de kans erg klein dat dit skipasverbond wordt opgeblazen. Beide partijen hebben hier te veel bij te verliezen. Het betrekken van Val d’Isère in het nieuwe bedrijf is vandaag nog niet mogelijk, aangezien hun contract met de CDA nog doorloopt tot 2032. Wel houdt de gemeente uitdrukkelijk de deur open voor zijn buurman.
Bedenkingen
Enkele kritische bedenkingen werden gesteld bij de financiering van de vele investeringen in de eerste 5 jaar. Daarbij komt dat de over te nemen schulden en verplichtingen van de CDA wordt geschat op meer dan 100 miljoen euro: een som die er moet liggen bij de overname. En zal dit gemeentebedrijf wel dezelfde aankoopkracht hebben als de CDA? Over die laatste vraag was men duidelijk: “Nee, wij kunnen niet opboksen tegen de prijslijst die een partij als de CDA krijgt voor bijvoorbeeld een nieuwe lift”. Wel verzekert men dat het investeringsplan uitgebreid is afgetoetst met enkele grote banken en zal getuigen van slimme keuzes. Dat grote, centrale diensten die bij de CDA in Parijs zitten wegvallen én de synergie dat de liftmaatschappij en pistedienst één worden, worden als tegenargumenten gegeven op de verzwakte aankoopkracht.
In welk Tignes we in 2026/2027 zullen skiën valt nog af te wachten, maar de informatiesessie gaf blijk van ambitie, weloverwogen keuzes en realiteitszin. Op 1 december 2026 gaan we het meemaken in Tignes.